Frankrijk en Duitsland hebben opnieuw grenscontroles ingevoerd, zogenaamd in de strijd tegen illegale migratie en terrorisme. Normaal gesproken zijn er geen grenscontroles tussen Schengenlanden, maar EU-lidstaten mogen tijdelijk controles invoeren wanneer dit noodzakelijk is binnen een specifieke periode.
Hoewel deze maatregel bedoeld is voor veiligheid, roept het gemengde reacties op binnen de transportsector. Transportfederatie Febetra reageert teleurgesteld, aangezien de extra controles mogelijk voor lange files zorgen en daarmee tijd- en inkomensverlies betekenen. Ook bij vrachtwagenchauffeurs zelf heerst onvrede.
Tom Peeters, adjunct federaal secretaris bij BTB Wegvervoer is stellig: “Wij zijn absoluut tegen! Deze controles zijn niet alleen onnodig, maar ook schadelijk voor het vrije verkeer van goederen en mensen – een kernwaarde van Europa. Het is pure symboolpolitiek, gericht op het imponeren van extreemrechtse sentimenten. In plaats van op deze manier te stigmatiseren, zouden de autoriteiten beter inzetten op handhaving tegen fraudeurs met hun antisociaal gedrag.”
Aangezien het hier om twee buurlanden van België gaat, biedt het invoeren van grenscontroles de Belgische inspectiediensten een kans om toezicht te houden op de naleving van de regels uit het mobiliteitspakket. Frauduleuze praktijken in de transportsector, die sociale dumping in stand houden, moeten hierbij met prioriteit worden aangepakt. Op dit moment worden de regels van het mobiliteitspakket nauwelijks of zelfs helemaal niet gecontroleerd, noch in de landen die nu grenscontroles invoeren, noch elders in Europa.
Tom Peeters benadrukt ook: “Ondanks dat de directe impact op vrachtwagenchauffeurs relatief beperkt blijft, zeker in vergelijking met de gevolgen van Brexit, ervaren velen het als een stap achteruit in de Europese samenwerking. Voor BTB staat één ding vast: grenscontroles zoals deze zijn niet de oplossing, maar eerder een misplaatste daad van profileringsdrang.”
