Syndicaal Nieuws

Blijf op de hoogte met ons nieuwsoverzicht

Sociale dumping: werknemers zijn geen koopwaar en staan niet 'in de solden'

Sociale dumping: werknemers zijn geen koopwaar en staan niet 'in de solden'

Dat er in België op grote schaal gewerkt wordt met buitenlandse onderaannemers, is algemeen geweten. De recente berichtgeving rond Borealis, BASF, het schooltje op het Nieuw Zuid te Antwerpen geven aan dat deze tewerkstellingen niet steeds zuiver op de graat zijn of minstens de nodige, specifieke gevaren met zich mee brengen. Risico’s veroorzaakt door communicatieproblemen, maar ook risico’s op sociale uitbuiting en zelfs mensenhandel.

Werknemers zijn geen koopwaar en staan niet 'in de solden'. Hiervoor vragen wij dan ook extra aandacht op 13.3.2023!
Constructies zoals onderaanneming of detachering zijn op zich volstrekt legitieme tewerkstellingsvormen, als alle spelers op het veld zich houden aan de wettelijke regels en dit tegemoetkomt aan specifieke noden van de arbeidsmarkt of de onderneming. De Europese en Belgische regelgeving voorzien daarnaast dat zogenaamde 'harde kernbepalingen' in acht moeten worden genomen. Dit zijn de voorwaarden waaraan moet worden voldaan bij een tewerkstelling in België. Het betreft voornamelijk de Belgische loon-en arbeidsvoorwaarden. Sociaal verzekerd blijven de werknemers immers meestal in hun thuisland. Afhankelijk of er sprake is van onderaanneming of detachering dient de tewerkstelling ook tijdelijk te zijn en/of mag er geen overdracht zijn van gezag van de opdrachtgever ten aanzien van de werknemers van de onderaannemer.

Vaak moeten we echter vaststellen dat deze vormen van tewerkstelling worden gebruikt om aan loon- en andere kosten te ontsnappen en ervoor te zorgen dat arbeid tegen een spotprijs wordt aangeboden. Niet in het minste gaat het om een 'race to the bottom' waar enkel nog wordt bespaard op lonen tot maximalisatie van de winst. Oneerlijke concurrentie en steeds meer mensonterende omstandigheden komen aan het licht. Grote spelers wassen hun handen in onschuld want 'wir haben dass nicht gewust', maar zeg nu zelf… wanneer een zeer lage offerte wordt opgemaakt die niet marktconform is, dan is er iets mis. Ergens in de keten wordt er bespaard en al te vaak op de lonen.

Getuigenis Roemeense chauffeur:

“Ik ben een Roemeense vrachtwagenchauffeur voor een in Roemenië gevestigd bedrijf dat een onderaannemer is van een transportgigant. Ik ben al bijna vijf maanden gedetacheerd in België. Voor mijn werk rijd ik ondertussen al 19 weken rond in België, maar mijn vrachtwagen is meer dan mijn werkinstrument. Sinds mijn aankomst op Belgisch grondgebied, slaap ik op parkings langs de snelweg in mijn voertuig, dat werd omgebouwd tot tijdelijk onderkomen. Ik heb nog geen loon ontvangen voor mijn werk, ik heb amper genoeg om te eten, om me te wassen en me om te kleden. Als ik vraag naar het geld dat het bedrijf me moet, dreigt het ermee mijn contract stop te zetten en soms geeft het me een beetje geld om iets mee te kopen. Dat komt echter niet overeen met wat er in mijn contract staat: ik ben naar hier gekomen om waardig te werken en geld te verdienen, niet om uitgebuit te worden. Ik weet niet bij wie ik terecht kan om me te helpen en een einde te maken aan deze situatie.”

Getuigenis Portugese arbeider:

“Ik ben een Portugese arbeider. Ik werd in België aangeworven door een bedrijf dat voor een grote groep werkt. Ik werd samen met verschillende andere Portugese werknemers aangeworven, we komen allemaal uit dezelfde stad. We moesten een contract in het Frans tekenen dat we niet begrepen, maar er werd ons gezegd dat we dezelfde rechten en hetzelfde loon zouden krijgen als de Belgische werknemers. Maar nu blijkt dat we elke dag tussen de 14 en 16 uur achter elkaar werken, zonder pauzes en zonder het juiste materiaal. ’s Nachts slapen we allemaal in containers zonder ramen, stromend water of toiletten. We mogen één keer per week gaan douchen op een rustplaats naast de snelweg die over een douche beschikt. Om te eten moeten we onze plan trekken met het weinige dat we verdienen en de weinige tijd die ons buiten het werk rest. Het is heel moeilijk om met de directie te praten, want alles moet in het Engels aangezien wij geen Nederlands of Frans spreken. We hebben het gevoel volledig vast te zitten. De werkgever zegt ons dat we blij zouden moeten zijn met wat we hebben, maar we weten goed genoeg dat we iets moeten doen. We weten gewoon niet wie we kunnen contacteren of hoe we dat kunnen doen.”