Syndicaal Nieuws

Blijf op de hoogte met ons nieuwsoverzicht

Vervoersmaatschappij De Lijn: het moet dringend anders en beter!

Vervoersmaatschappij De Lijn: het moet dringend anders en beter!

2024 is nog maar net begonnen en de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn kwam al twee keer negatief in het nieuws. Een eerst keer toen bekend raakte dat de Chinese producent BYD 92 elektrische bussen mocht leveren, ten nadele van onze eigen busbouwers Van Hool en VDL Bus. En een tweede keer toen op 6 januari het nieuwe vervoersplan werd uitgerold met als resultaat het afschaffen van duizenden haltes. Beide dossiers liggen ABVV-Metaal en BTB-ABVV zeer nauw aan het hart. We hebben dringend nood aan een nieuwe visie op de rol van openbaar vervoer in onze samenleving. Van het huidige besparingsbeleid – op aandringen van N-VA en Open VLD – wordt niemand (behalve China) beter.

  1. Waarom Chinese bussen voor De Lijn een slechte zaak zijn

Begin januari raakte bekend dat De Lijn 92 elektrische bussen heeft besteld bij de Chinese producent BYD. Dat nieuws is bijzonder pijnlijk als je weet dat we in Vlaanderen twee busfabrieken hebben: Van Hool en VDL Bus. Daar komt nog bij dat vooral Van Hool het economisch moeilijk heeft sinds de corona-crisis en dat er veel tijdelijke werkloosheid is.

In de woorden ABVV-Metaal secretaris Hans Vaneerdewegh (bevoegd voor Van Hool): "Ik begrijp dat de BYD-bussen goedkoper zijn, maar de Vlaamse regering neemt de maatschappelijke kosten niet mee in rekening. Als er geen werk is bij Van Hool, dan zal daar tijdelijke werkloosheid zijn en die moet ook door onze maatschappij betaald worden. Ik vind dat deze kosten doorgerekend zouden mogen worden in de offertes.”

Ook ABVV-Metaal secretaris Yves Allewaert (bevoegd voor VDL) uit kritiek: “Het is hemeltergend dat er bussen voor De Lijn bij een Chinees bedrijf worden besteld terwijl die gewoon hier gemaakt kunnen worden. Op korte termijn is dat misschien goedkoper, maar op lange termijn is dat toch een ander verhaal. Dit is spelen met de tewerkstelling.”

Let op: wij zijn niet tegen het feit dat De Lijn bussen bestelt in het buitenland. Van Hool en VDL Bus krijgen ook regelmatig bestellingen uit het buitenland (recent nog vanuit Nederland) en dat is een goede zaak, zeker voor een exportgerichte economie zoals België. Maar de aanschaf van Chinese BYD-bussen is om meerdere redenen problematisch. Het probleem is vooral dat er geen gelijk speelveld is. De Chinese industrie wordt sterk gesubsidieerd door de overheid. Ze verkopen onder de prijs en accepteren tijdelijk het verlies, maar ondertussen schakelen ze wel de concurrentie uit. Het gaat met andere woorden om de toekomst van onze industrie en onze welvaart. België/Vlaanderen (en Europa) moeten dringend minder naïef worden en inzetten op een industriebeleid dat de sectoren van de toekomst (elektrische voertuigen, batterijen, hernieuwbare energie, …) alle kansen geeft.

Ook BTB-ABVV volgt de aanschaf van de BYD-bussen van dichtbij op. Zoals BTB-secretaris Steven Steyaert het stelt: “Door BYD-bussen aan te kopen, geeft De Lijn het signaal aan de pachters (onderaannemers van De Lijn) dat het goedkoper mag. We vrezen dat er zal ingeboet worden aan kwaliteit bij de pachters. Dat is geen goede zaak voor onze chauffeurs die lange uren achter het stuur zitten. We zullen ons werk moeten doen in de CPBW’s door goed in kaart te brengen wat de ergonomische impact (nek, benen, rug) is en door maatregelen te nemen als dat nodig is."

Voor BTB-ABVV is het motto ‘koop lokaal’ trouwens ook belangrijk en niet alleen in woorden maar ook in daden, aldus Steven: "Ik heb acht jaar in het sociaal fonds Bus & Car gezeteld. Via dit fonds kopen wij regelmatig bussen aan die gebruikt worden om chauffeurs op te leiden. Via BTB zorgen we er voor dat er altijd ook offertes worden aangevraagd bij Van Hool en VDL Bus. De andere sociale partners volgen ons daarin. Op die manier proberen we ons klein steentje bij te dragen aan het steunen van onze industrie en de tewerkstelling.”

  1. Waarom het nieuwe vervoersplan van De Lijn een slechte zaak is

Op 6 januari voerde BTB in de vijf Vlaamse provinciehoofdsteden actie voor een beter openbaar vervoer. Niet toevallig was dit de start van het nieuwe vervoersplan bij De Lijn. Ondanks fraaie termen verliest de waarheid niet haar glans: veel gebruikers verliezen openbaar vervoer in hun directe omgeving. Hoewel de hoofdassen meer bussen krijgen die theoretisch sneller zullen rijden, moeten reizigers nog steeds de bus kunnen bereiken.

Het resultaat van de oefening: duizenden verdwenen haltes, duizenden haltes waar enkel nog vervoer op maat komt (dus geen vaste lijn), en duizenden gebruikers zonder openbaar vervoer in de buurt. Het openbaar vervoer in Vlaanderen lijdt al jaren aan een gebrek aan investeringen en gaten in het aanbod. Wie dacht dat deze hervorming een oplossing zou bieden, vergist zich. De hervorming is niet gebaseerd op noden maar op een economisch-liberaal winstprincipe: openbaar vervoer mag niet verlieslatend zijn en moet geld opbrengen. Dit betekent het schrappen van het aanbod op het platteland (verlieslatend) en investeren in de steden en hoofdassen (winstgevend). Hierdoor worden noden niet opgelost maar simpelweg verschoven. Het grootste slachtoffer? De reizigers buiten de stadscentra die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer. Zij zullen nu in de kou blijven staan, vooral buiten de grote steden en de hoofdassen.

Ook chauffeurs ondervinden negatieve gevolgen, aldus Tom Peeters (Adjunct Federaal Secretaris BTB-ABVV): “Steeds vaker moeten zij werken in split-shifts, met een periode van onbetaalde uren tussen twee blokken betaalde uren. Waar dit vroeger meestal twee blokken waren, horen we nu al verhalen van drie blokken. De werkdag van sommige chauffeurs wordt hierdoor onredelijk lang, zonder enige bijkomende vergoeding of compensatie. Daarnaast is er een aanzienlijke verschuiving naar flex-vervoer, wat zowel voor passagiers als chauffeurs problematisch is. Het flex-vervoer is ondergebracht onder minder betaalde statuten, wat de chauffeurs financieel benadeelt. Deze verandering zal de aantrekkelijkheid van het beroep niet vergroten, integendeel.”

Conclusie

  • De aankoop van Chinese BYD-bussen getuigt van een compleet gebrek aan visie op het belang van de maakindustrie voor de welvaart in ons land (en in Europa). Op korte termijn is dit misschien de goedkoopste oplossing, op lange termijn betalen wij de rekening.
  • Het nieuwe vervoersplan van De Lijn wordt verpakt met dure woorden zoals een ‘efficiëntere organisatie’ en ‘betere planning’, maar de realiteit is een asociaal beleid met minder dienstverlening voor mensen voor wie goed functionerend en sterk openbaar vervoer essentieel is.
  • Het openbaar vervoer in Vlaanderen wordt al jaren mismeesterd door de verrottingsstrategie van de rechtse liberale partijen NV-A en Open VLD. Dit heeft bewust geleid tot te weinig budget, te weinig kwaliteit en te weinig kwantiteit.
  • Goed openbaar vervoer in Vlaanderen en België is echter broodnodig. Het fileleed groeit jaar na jaar, het milieu heeft geen baat bij meer auto’s op de baan en de leefbaarheid van steden en gemeenten zal enkel verbeteren met sterk openbaar vervoer. Daarom roepen ABVV-Metaal en BTB-ABVV op tot een overheid die wél investeert in openbaar vervoer: kwalitatief, duurzaam en betrouwbaar, aantrekkelijk voor zowel reizigers als personeel.