Fedris – het federaal agentschap voor beroepsrisico’s – telde 105.286 arbeidsongevallen in 2021 (private sector). Dat zijn 41,5 ongevallen per 1.000 voltijdse werknemers. Het gaat om een stijging met 9,5 % t.o.v. 2020.
Op de lange termijn is de trend weliswaar sterk dalend, maar we zien wel dat het aantal zware arbeidsongevallen stagneert.

• In 2021 waren er 95 dodelijke ongevallen (48 op de werkplaats en 50 op de weg van/naar het werk of tijdens werkverplaatsingen). Eind augustus kwam bijvoorbeeld een 53-jarige vrachtwagenchauffeur om het leven bij een arbeidsongeval. En een maand daarvoor stierf een trucker in Zeebrugge door een ongeluk tijdens het vervangen van de voorbanden.
• In 2021 hadden meer dan 11.000 arbeidsongevallen ook een blijvende werkongeschiktheid tot gevolg.

Arbeidsongevallen komen het meest voor in volgende sectoren: uitzendarbeid/tijdelijk werk, truckers, bouwvakkers, arbeiders in de industrie en  de huishoud/schoonmaaksector. Maar liefst 18 % van de dodelijke ongevallen in 2021 deden zich voor bij vrachtwagenchauffeurs, gevolgd door bouwvakkers (7 %). 

Het feit dat het aantal zware arbeidsongevallen stagneert, wijt Fedris aan volgende oorzaken:

• Het laaghangend fruit (ten gevolge van automatisering en technische optimalisatie van bedrijfsprocessen) is reeds geplukt. Nu moet vooral ingezet worden op gedrags- en cultuurverandering (bij werkgevers maar ook bij werknemers).

In elk geval tonen bovenstaande cijfers aan dat vakbonden die toezien op en mee nadenken over veiligheid op de werkvloer (onder meer via het CPBW) noodzakelijk blijven!   

Meer cijfers over arbeidsongevallen vind je hier.